Waarom je baas zijn ego best thuislaat

De mens is een tegenstrijdig beestje. Aan de ene kant willen we allemaal wel meer lachen, aan de andere kant doen we het gewoon niet zo vaak. Receptionistes moeten lachen, affiches op de werkvloer worden steevast opgefleurd met een cartoon, en speeches en vergaderingen beginnen altijd met een flauwe mop.

Anderzijds houden lachers abrupt hun adem in als de chef passeert. En soms lijkt het of alleen de baas grapjes mag maken. Zonde, vindt psycholoog Ben Decock, want een goede lach is goed voor het groepsgevoel, en is teambuilding niet cruciaal op het werk?

Allemaal hetzelfde

Maar alleen lachen volstaat niet voor een goede sfeer op het werk. Tomás Vieira, schrijver van diverse managementboeken, vindt dat we ons te sterk laten leiden door onze ervaring en eerdere successen. “Hoe meer succes je boekt, hoe banger je wordt om te falen. Voor ieder van ons, maar vooral voor een manager, is het een uitdaging om dat allemaal opzij te schuiven.”

Eén probleem: ons ego. “Dat vertelt ons dat we speciaal zijn, anders dan de anderen, en dat horen we graag”, zegt Vieira. Meer nog dan de doordeweekse collega, kampen leidinggevenden met hun ego. Klassiek is een leider iemand die voor de anderen staat, terwijl hij eigenlijk ‘inclusief’ moet zijn en anderen als zijn gelijke moet behandelen.

Zien wat er niet is

En wat ben jij nu eigenlijk aan het doen? Dit artikel aan het lezen, uiteraard. Maar in hoeverre krijgt het de aandacht die het verdient? Elke dag hebben we tussen de 40.000 en 60.000 gedachten. 95 procent daarvan heeft niets te maken met wat je op dat moment aan het doen bent. “De meeste van onze gedachten gaan over het verleden en de toekomst”, vertelt Paul Meert, gespecialiseerd in timemanagement. “Daardoor hoor je niet altijd wat anderen zeggen, en zie je niet altijd wat je ziet.”

Meert adviseert om elk uur vijf minuten voor jezelf vrij te maken. “Om je hoofd even leeg te maken en je op te laden voor wat komt. Mensen maken zelden bewuste keuzes. Wie dat wel doet, brengt variatie in zijn leven. Volg na het werk eens een andere weg naar huis, of ga naar binnen via een andere deur of door het raam. Wedden dat je hele avond er anders uitziet?”