Privacy
Vorige

1 van 67

Volgende
Volgend artikel:

Mag mijn baas me verbieden om buiten de werkuren op Facebook te zitten?

Prikklok overleeft in tijdperk van apps en thuiswerk

“Dat je werk meeneemt of thuis e-mails checkt, is niet de bedoeling.” (David Van Daele, Colruyt Group)
Voor de een is de prikklok een relikwie van de vorige eeuw, voor de ander een noodzaak. Sommige werkgevers houden vast aan tijdsregistratie voor hun medewerkers, andere stappen er net van af. En beide hebben daar goede argumenten voor.
“Dat je werk meeneemt of thuis e-mails checkt, is niet de bedoeling.” (David Van Daele, Colruyt Group)

Tijdsregistratie is zo oud als de straat. Ontwikkeld in de tweede helft van de negentiende eeuw en sindsdien nooit echt weggeweest. Voor veel organisaties, zoals in productieomgevingen, is het nog altijd een cruciaal element voor de loonadministratie.

Vaticaan: bisschoppen met prikklok

Geëvolueerd is het systeem in elk geval. Soms moet de werknemer een badge bij een apparaat houden, soms een vinger op een sensor leggen. Intussen zijn er ook apps die tijdsregistratie voor hun rekening nemen, bijvoorbeeld op basis van een smartphone met camera en via een unieke QR-code per werknemer om in- en uit te klokken.

Met de opmars van het zogenaamde ‘nieuwe werken’, waarbij medewerkers meer vat hebben op de tijdstippen en locaties waar ze werken, kwam de prikklok in het gedrang. Maar helemaal weg is ze niet. Er zijn zelfs organisaties die er pas recent voor kozen. Zo moeten sinds kort werknemers van het Vaticaan – kardinalen en aartsbisschoppen inbegrepen – bij aankomst en vertrek de prikklok gebruiken. Naar verluidt wilde paus Franciscus hier onder meer misbruik mee bestrijden.

Colruyt: uren opsparen

Ook in ons land houden talloze bedrijven vast aan de prikklok. Retailer Colruyt is daar een goed voorbeeld van. “Net als onze winkelmedewerkers werken al onze kaderleden met een prikklok”, zegt David Van Daele, verantwoordelijke personeelszaken voor Colruyt Group. “Extra gepresteerde uren worden geregistreerd. Die kun je laten uitbetalen of opsparen om later te recupereren, zelfs op het einde van je loopbaan.” Via zo’n prestatiemetersysteem, zoals men het bij Colruyt noemt, kunnen werknemers dus aan tijdsparen doen. “Uren opsparen vangt het verdwijnen van het brugpensioen mooi op, omdat je later wat gas terug kunt nemen met een eindeloopbaanregeling waarin je deel- of voltijds vrijgesteld wordt van prestaties. Mét behoud van een voltijds loon”, vertelt Van Daele.

Daarnaast zorgt dit systeem voor het scheiden van werk- en privétijd. “Iedereen draait mee op het ritme van de winkels. Management en ondersteunende diensten zitten mee in de flow. We zorgen dat iedereen er is overdag. Dat je werk meeneemt of thuis e-mails checkt, is niet de bedoeling: je wordt er zelfs niet voor betaald.”

De FOD Financiën: keuze tussen wel of geen prikklok

Andere organisaties, ook bij de overheid, zien dat anders. Doordat de Federale Overheidsdienst Financiën onlangs een flexibeler werkregime invoerde, is de prikklok geen must meer. “Flexibeler werken en meer autonomie zijn een echte breuk met het verleden”, vertelt hr-directeur Kurt Van Raemdonck, die sinds drie jaar grote hervormingen in de FOD Financiën doorvoert. De 24.000 personeelsleden krijgen een eigen digitaal dossier en de organisatie investeerde in flexibiliteit. “Er is een variabel uurrooster dat veel vrijheid biedt, bijna iedereen mag telewerken en satellietwerk kan op meer dan zeventig locaties.”

Bij de overheidsdienst willen ze het ambtenarenstatuut opentrekken voor verandering en meer mobiliteit. “Maar we houden de grenzen in het oog. We willen geen druk uitoefenen op collega’s die traditioneler willen blijven werken en liever de prikklok blijven gebruiken.”

Medewerkers kunnen dus kiezen, al zijn er bij de FOD Financiën intussen meer medewerkers zonder prikklok dan met. Een jaar geleden was dat nog omgekeerd: toen koos 51 procent van de ambtenaren er zelf voor om de prikklok te gebruiken. Op een half jaar daalde hun aandeel tot 47 procent. “Bij wie zonder prikklok werkt, zien we 3 procent minder absenteïsme dan bij wie wel prikt”, weet Van Raemdonck. “Telewerk en flexibiliteit wérken als buffer tegen stress.”

(wv/wdh)  

13 januari 2016
Anderen bekeken ook