50-plussers
Vorige

1 van 85

Volgende
Volgend artikel:

AI levert 4,75 u/week tijdswinst op, aan vooral... oudere werknemers

Oudere werknemers meer ziek wegens ... te dik

De BMI-waarde is een belangrijke verklaring voor ziekteverzuim. Werknemers met obesitas (BMI > 30) zijn vaker langdurig ziek dan werknemers met een goede BMI-waarde (18,5 tot 25).
#

De BMI geeft de verhouding weer tussen de lengte en het gewicht van de werknemer. Bij de werknemers met een normale BMI (18,5 tot 25) is er 14% langdurig ziek, tegenover maar liefst 23% bij de werknemers met obesitas (BMI > 30). We spreken van langdurig verzuim bij minstens 9 ziektedagen.

BMI en ziekteverzuim: percentage werknemers met langdurig verzuim naar BMI-groepen

Grafiek BMI

Bron: Panteia 

Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek bij bijna 900 werkgevers en ruim 3.900 werknemers in de transport- en logistieke sector.

Het onderzoek werd eind 2013 afgerond door het Nederlands onderzoeksbureau Panteia in opdracht van Gezond Transport. Gezond Transport helpt werkgevers en werknemers in de sector transport en logistiek bij het realiseren van goede arbeidsomstandigheden en het terugdringen van vermijdbaar verzuim.

Een vijfde van de werknemers in de transport- en logistieke sector heeft ernstig overgewicht (obesitas, een BMI van 30 of meer), en 49% heeft een lichte vorm van overgewicht. Het probleem van overgewicht neemt toe met de leeftijd. Vooral bij werknemers van 40 jaar en ouder is het aandeel werknemers met obesitas hoog. Ter vergelijking: in de totale beroepsbevolking heeft ongeveer 10% ernstig overgewicht, tegenover 19% bij werknemers in de transport- en logistieke sector.

Het verzuim in de transport- en logistieke sector daalt wel, hoewel de complexiteit ervan toeneemt. Het percentage werknemers dat afwezig bleef met klachten (mede) als gevolg van het werk is gedaald. Verder geven meer werknemers aan dat zij zelf verantwoordelijk zijn om gezond het pensioen te halen.

In vergelijking met 2009 geven werkgevers en werknemers nog meer aan dat ‘gezond de eindstreep halen’ als een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt gezien. Een belangrijk gegeven omdat steeds meer mensen (59% in 2013 versus 53% in 2011) aangeven het huidige werk tot aan het pensioen te willen blijven doen.

Enkele feiten en cijfers

Jongeren vaker ziek, ouderen meer langdurig 

Het aantal verzuimdagen is in 2013 ongeveer hetzelfde als in 2011. Tussen de leeftijdsgroepen bestaan er grote verschillen. Zo ligt het percentage werknemers met verzuim onder jongeren boven het gemiddelde, maar is het verzuim veelal van kortere duur. Langdurig verzuim komt daarentegen vaker voor bij de oudere werknemers.

Zwaar werk en werkdruk belangrijke verklaringen voor langdurig verzuim 

Het aandeel werknemers dat het afgelopen jaar afwezig is gebleven met klachten die (mede) het gevolg waren van het werk (34%) is afgenomen ten opzichte van de vorige meting in 2011 (40%).

De belangrijkste 3 oorzaken van ziekteverzuim in volgorde van belangrijkheid:

  1. Lichamelijk zwaar werk
  2. Werkdruk en stress
  3. Langdurig dezelfde handelingen verrichten.

Meer dan een derde van de werknemers eet onregelmatig 

Van de ondervraagde werknemers geeft 36% aan gevarieerd te eten en bewust voor een gezonde maaltijd te kiezen. Dit aandeel is het hoogst onder 60-plussers (49%) en het laagst in de groep tot 30 jaar (21%).

Bij de werknemers die regelmatig een snelle maaltijd eten, blijkt ongeveer de helft dit te doen omdat er tijdens de werkzaamheden te weinig tijd is en ongeveer een derde omdat het gewoon lekker is. Naast het type voeding zijn ook de eetmomenten van invloed op de gezondheid van de werknemer. Van de werknemers geeft 37% aan onregelmatig te eten en daarbovenop 26% wel regelmatig, maar niet op vaste tijdstippen.

Een vierde van de werknemers doet niet aan sport en beweging  

75% van de werknemers doet (regelmatig) aan sport en beweging. Daar staat tegenover dat een kwart helemaal niet aan sport en beweging doet. Net bij de werknemers die weinig aan sport en beweging doen, is het aandeel met overgewicht het grootst.

Onder de niet-sporters zijn twee belangrijke groepen te onderscheiden. Ongeveer de helft van de niet-sporters geeft aan dat het niet in te plannen is tussen de werkzaamheden in. Voor deze groep is het van belang om te onderzoeken in hoeverre de werkgever hier een rol in kan spelen. Daarnaast geeft ongeveer een kwart van de niet-sporters aan dat hij of zij niet van sport en beweging houdt.

BMI hoger bij wie niet beweegt 

Het aandeel werknemers dat niet aan sport en beweging doet, is onder de werknemers met een goede BMI (21%) significant lager dan onder de werknemers met obesitas (36%).

Het is daarom van belang te weten wat de voornaamste motieven zijn om niet te bewegen en in hoeverre de werkgever de condities kan verbeteren om meer beweging bij hun werknemers mogelijk te maken.

(mr) 

7 mei 2014
Anderen bekeken ook