Iedereen heeft recht op 4 weken betaalde vakantie!

De Europese vakantierichtlijn stelt dat een werknemer elk jaar recht moet hebben op minstens 4 weken betaalde vakantie. Hierdoor heeft onze regering de vakantiewetgeving onlangs moeten aanpassen: voortaan bestaat er een aanvullende vakantie voor werknemers die geen volledig recht hebben op verlof.

Goed nieuws voor wie minder uren werkt

In ons land hing het recht op vakantie af van de arbeidsprestaties die in de loop van het voorafgaande jaar werden verricht. Dat had tot gevolg dat een werknemer geen (volledig) recht had op vakantie in 2012 als hij in 2011:

• niet of geen volledig jaar heeft gewerkt
• als zelfstandige of bij de overheid werkte
• minder uren werkte

Maar met deze nieuwe vakantieregeling krijgen ook zij minstens 4 weken betaalde vakantie in hun huidig arbeidsregime.

Een werknemer die geen volledig recht heeft op vakantie, krijgt hierdoor een week aanvullende vakantie per periode van 3 maanden activiteit in het kalenderjaar zelf. En dus niet meer op basis van de arbeidsprestaties in de loop van het voorafgaande jaar. Het recht op deze aanvullende vakantie start vanaf de laatste week van de bedoelde periode van 3 maanden.

Welke voorwaarden?

Om een beroep te kunnen doen op de aanvullende vakantie, moet je als werknemer aan drie voorwaarden voldoen:

• een activiteit beginnen of hervatten in dienst van één of meerdere werkgevers
• een aanloopperiode van 3 maanden achter de rug hebben
• de wettelijke vakantiedagen hebben opgebruikt

Aanvullende vakantie

Voor deze aanvullende vakantiedagen heeft de werknemer recht op vakantiegeld, het bedrag hiervan is gelijk aan zijn normaal loon voor deze dagen. Het vakantiegeld dat voor deze aanvullende vakantie betaald wordt, is evenwel een soort voorschot en zal in een later stadium van het dubbel vakantiegeld afgetrokken worden.

Het is dus de bedoeling dat het recht op aanvullende vakantie slechts gebruikt kan worden nadat de vakantiedagen op basis van de huidige wetgeving volledig zijn uitgeput. De werknemer die op basis van zijn prestaties van vorig jaar een gedeeltelijk recht op vakantie heeft opgebouwd, zal dus eerst deze ‘gewone' vakantiedagen moeten opnemen.

Ziek in verlof = extra vakantie

Daarnaast was er in juni nog een opmerkelijk feit te noteren met serieuze gevolgen voor ons aantal vakantiedagen.

Het Europees Hof van Justitie heeft beslist dat werknemers die tijdens hun vakantie ziek worden, die ziektedagen later als vakantie moeten kunnen recupereren. België zou door de uitspraak zijn wetgeving ingrijpend moeten herschrijven.

Het Hof van Justitie argumenteerde dat het inperken van het recht op vakantie wegens ziekte steeds onterecht is. Het doel van de jaarlijkse vakantie met behoud van loon bestaat er immers in de werknemer net in staat te stellen uit te rusten en over een periode van ontspanning en vrije tijd te laten beschikken, wat een ander doel is dan dat van het recht op ziekteverlof.

De Belgische wetgeving bepaalt dat bij werknemers die ziek vallen tijdens hun vakantie, de vakantie gewoon blijft doorlopen. Alleen wie ziek wordt vóór de start van een vakantieperiode, mag de ziektedagen die overlappen met de vakantie later in het jaar opnemen.

Onze wetgeving stelt dat een arbeidsovereenkomst slechts om één reden geschorst kan worden. Daarbij telt de eerst opgegeven reden, de vakantie dus.

Volgens juridische experts zal ons land zijn wetgeving op het gebied van ziekteverlof moeten aanpassen. Anders dreigt een veroordeling vanuit Europa.

(mr)